In een tijd waarin alles met een paar muisklikken te verkrijgen is, wekken mensen die in de jaren 60 en 70 zijn opgegroeid steeds meer de interesse van psychologen. Hun relatie tot inspanning, tijd en anderen lijkt heel anders dan die van de ultra-verbonden generaties. Niet omdat ze ‘beter’ zouden zijn, maar omdat ze zijn gevormd door een radicaal andere sociale en technologische context.
Een generatie gevormd door traagheid en beperkingen
De jaren 60 en 70 waren geen gouden tijdperk en ook geen ansichtkaartdecor. Economische crises, sociale spanningen en ongelijkheid waren toen heel aanwezig. Toch legde het dagelijks leven de kinderen van die tijd een discrete, bijna onzichtbare mentale training op.
Geen smartphones om de verveling te verdrijven, weinig televisiezenders, langere reistijden, trage administratieve procedures en een vaak strengere opvoeding. Het resultaat: velen ontwikkelden waardevolle psychologische vaardigheden, waarvan verschillende psychologische studies vandaag de impact op de geestelijke gezondheid, het schoolsucces en de emotionele stabiliteit aantonen.
Deskundigen spreken van ‘mentale spieren’: deze psychische vaardigheden worden sterker naarmate je meer ervaringen opdoet, net als spieren bij het sporten.
Hier zijn negen van deze mentale krachten die veel zestigers en zeventigers nog steeds bezitten, maar die steeds zeldzamer worden bij jongeren, die worden geconfronteerd met instantane informatie, informatievermoeidheid en sociale druk.
1. Geduld bij onzekerheid
Meerdere dagen wachten op een telefoontje. Wachten aan het loket van een overheidsinstantie. Een project opzetten zonder de statistieken ‘in realtime’ te volgen. Voor degenen die zijn opgegroeid in de jaren 60-70, maakte dit wachten deel uit van het dagelijks leven.

Deze relatieve traagheid heeft een echte tolerantie voor onzekerheid gecreëerd. Plannen veranderden, informatie kwam laat binnen, de wachttijden waren lang. Men leerde om door te gaan zonder alles te controleren.
Geduld was geen abstracte morele kwaliteit, maar een voorwaarde voor het normaal functioneren van het sociale leven.
Psychologen brengen deze gewoonte in verband met een beter stressmanagement en een minder neiging tot paniek wanneer dingen niet gaan zoals gepland. Een schril contrast met een tijdperk waarin een eenvoudige late reactie op een bericht angst of irritatie kan veroorzaken.
2. Het vermogen om beslissingen te nemen zonder je door emoties te laten meeslepen
De huur betalen, het gezin te eten geven, voor familieleden zorgen: deze dagelijkse verplichtingen vereisten een zekere vorm van pragmatisme. Emoties waren er natuurlijk wel, maar ze mochten het handelen niet in de weg staan.
In de psychologie wordt dit emotionele regulatie genoemd: volledig voelen wat er in jezelf omgaat, maar tegelijkertijd de controle over je beslissingen behouden. De generaties van de jaren 60-70 hebben deze vaardigheid vaak geleerd zonder theoretisch vocabulaire, gewoon door te kijken naar hun ouders die ‘deden wat er gedaan moest worden’.
Omgekeerd versterken sociale netwerken tegenwoordig spontane reacties, bevorderen ze vergelijkingen en moedigen ze impulsieve oordelen aan. Een weloverwogen beslissing gaat soms ten onder aan een onmiddellijke reactie.
3. Genoegen nemen met wat voldoende is
Een radio, wat speelgoed, twee paar schoenen per jaar, soms een vakantie: de materiële norm was bescheidener. Dat stond plezier niet in de weg, integendeel.
Tevredenheid kwam niet voort uit het verzamelen, maar uit het gebruik: een voorwerp tot het uiterste gebruiken, genieten van een gezamenlijke maaltijd, genieten van een eenvoudig moment.
Onderzoekers die het hebben over tevredenheid in het leven, tonen aan dat dit vermogen om betekenis en plezier te vinden in wat men al heeft, beschermt tegen het chronische gevoel van tekort. In een wereld waar reclame en sociale media het ‘altijd meer’ aanwakkeren, wordt deze vaardigheid zeldzaam, bijna tegencultuur.
4. Geloven dat je daden je leven echt veranderen
“Als je iets wilt, zorg je dat je het krijgt.” Deze zin klonk in veel gezinnen in die tijd. Het basisidee: inspanning telt meer dan geluk.
Psychologen spreken van ‘interne locus of control’: de overtuiging dat je keuzes en acties een concrete invloed hebben op de loop van je leven. Mensen die in de jaren 60 en 70 zijn geboren, zijn hier vaak al vanaf hun kindertijd aan blootgesteld, of het nu door schoolwerk, bijbaantjes of hulp van familie was.
Tegenwoordig hebben velen juist het gevoel dat ze te lijden hebben onder inflatie, opeenvolgende crises, verre politieke beslissingen en alomtegenwoordige algoritmen. Het risico: een ‘externe locus of control’ aannemen, waarbij alles van anderen afhangt, wat fatalisme en ontmoediging in de hand werkt.
5. Ongemak accepteren zonder te dramatiseren
Vertraagde treinen, slecht weer, gespannen relaties op het werk, vervelende taken: niets nieuws onder de zon. Het verschil is dat ongemak vroeger als normaal werd ervaren, niet als een anomalie die onmiddellijk moest worden weggenomen.

We verdroegen een jeukende trui, een strenge leraar, repetitief werk. We mopperden natuurlijk, maar we gingen door. Deze herhaalde blootstelling zorgde voor wat specialisten ‘tolerantie voor ongemak’ noemen: het vermogen om te blijven functioneren, zelfs als je je niet goed voelt.
Je slecht voelen betekende niet noodzakelijkerwijs dat je alles moest stoppen, je moest terugtrekken of alles in twijfel moest trekken.
De huidige cultuur hecht meer waarde aan onmiddellijk comfort en het vermijden van onaangename situaties. Maar op de lange termijn geldt: hoe minder we ongemak onder ogen zien, hoe bedreigender het wordt.
6. Robuustheid gesmeed door concrete problemen
Begrijpen hoe een apparaat werkt, een wegenkaart lezen, een conflict oplossen zonder berichten te sturen, knutselen in plaats van vervangen: deze dagelijkse micro-uitdagingen trainden het brein om oplossingen te zoeken.
Deze herhaalde oefening voedde wat in onderzoek ‘het gevoel van persoonlijke effectiviteit’ wordt genoemd: de diepe overtuiging dat je eruit kunt komen. Omgekeerd kan het systematisch delegeren aan technologie of externe diensten op den duur een gevoel van afhankelijkheid en kwetsbaarheid creëren.
7. Bevrediging uitstellen voor een groter voordeel
Wachten op Kerstmis voor een cadeau, maandenlang wachten op een auto, sparen voor een huishoudelijk apparaat: de cultuur van gemakkelijk krediet was nog niet zo diep geworteld. Het plezier kwam na de inspanning, niet ervoor.
Verschillende studies over zelfregulering tonen aan dat dit vermogen om te wachten de emotionele stabiliteit, het schoolsucces en zelfs de lichamelijke gezondheid op volwassen leeftijd versterkt.
Leren om onmiddellijk plezier uit te stellen, betekent niet dat je jezelf iets ontzegt, maar dat je jezelf een marge van vrijheid creëert ten opzichte van je impulsen.
8. Diepe aandacht, moeilijk af te leiden
Een hele roman lezen, een album van begin tot eind beluisteren, een wekelijkse uitzending volgen zonder herhaling: vrije tijd vereiste dat je je lang op hetzelfde kon concentreren.

Zonder meldingen en zonder constant multitasken kwam de geest tot rust. Veel mensen die in die decennia zijn opgegroeid, hebben nog steeds het vermogen om zich in hun eigen wereldje terug te trekken en af te maken waar ze aan begonnen zijn.
9. Conflicten rechtstreeks aanpakken
Ruzie maken met een buurman, onderhandelen met een leidinggevende, een kind terechtwijzen: moeilijke gesprekken vonden meestal face-to-face plaats. Geen ‘blokkeer’-knop, geen gelezen berichten zonder antwoord.
Door deze directe confrontatie leerden we omgaan met toon, stiltes en lichaamstaal. We leerden de ongemakkelijke kunst van ‘dingen zeggen’. Zelfs als dat op een onhandige manier gebeurde, bleef het conflict menselijk.
Veel mensen van deze generatie zijn nog steeds van mening dat een relationeel probleem mondeling moet worden opgelost, en niet via een reeks verkeerd geïnterpreteerde berichten.
Negen mentale krachten, en wat ze vandaag concreet veranderen
- Mentale kracht Troef in het huidige leven
- Geduld Minder stress bij deadlines, rustigere beslissingen
- Emotionele regulering Minder impulsieve conflicten, betere communicatie
- Tevredenheid met ‘genoeg’ Minder dwangmatig consumeren, stabielere financiën
- Interne locus of control Sterkere motivatie, vermogen om weer in beweging te komen
- Tolerantie voor ongemak Verhoogde stressbestendigheid, meer doorzettingsvermogen
- Gevoel van effectiviteit Minder gevoel van machteloosheid, meer creativiteit
- Uitgestelde bevrediging Stevigere projecten, beperkte schuldenlast
- Diepe aandacht Betere productiviteit, steviger leerproces
- Conflictbeheersing Authentiekere relaties, minder blijvende misverstanden
Hoe deze krachten bij de verbonden generaties opnieuw activeren
Deze vaardigheden zijn niet voorbehouden aan mensen die in de jaren 60 of 70 zijn geboren. Het brein blijft op elke leeftijd plastisch. We kunnen ze bewust cultiveren door kleine dagelijkse keuzes te maken.
Concrete tips om uit te proberen
- Leg schermvrije momenten op (een rit, een maaltijd, een avond per week).
- Maak een taak af voordat je aan een andere begint, hoe klein die ook is.
- Stel een aankoop bewust een paar dagen uit om te kijken of je het echt wilt.
- Los een conflict op via de telefoon of face-to-face in plaats van via berichten.
- Leer iets eenvoudigs te repareren in plaats van het systematisch te vervangen.
- Accepteer dat je je verveelt, zonder elke leegte op te vullen met je smartphone.
Psychologen merken op dat deze herhaalde microkeuzes geleidelijk de zelfperceptie veranderen: je voelt je capabeler, minder heen en weer geslingerd door de gebeurtenissen. Dit gevoel kennen de senioren van vandaag vaak goed, zelfs zonder het te benoemen.
Een kwestie van geestelijke gezondheid en overdracht
Deze mentale krachten dienen niet alleen om “vol te houden” in een onstabiele wereld. Ze spelen ook een rol bij het risico op depressie, chronische angst, burn-out of familiale spanningen. Weten hoe je een beloning kunt uitstellen, beperkt bepaalde verslavingen. Een conflict direct aanpakken vermindert het piekeren. Het accepteren van ongemak helpt om crisisperiodes beter te doorstaan.
Veel gezinnen beschikken via hun ouderen nog steeds over een soort ‘levend geheugen’ van deze vaardigheden. Luisteren naar hun verhalen over hoe zij omgingen met werk, frustratie en het ontbreken van onmiddellijk comfort kan een vorm van psychologische overdracht worden, die even waardevol is als materiële erfenissen.
In een context waarin geestelijke gezondheid een belangrijk maatschappelijk thema wordt, is het niet louter nostalgie om deze sterke punten uit de jaren 60-70 opnieuw onder de aandacht te brengen. Het is een reservoir van concrete hulpmiddelen die iedereen kan aanpassen aan zijn eigen leven, of hij nu is opgegroeid met een platenspeler… of met een tablet.