Bovendien zijn de vrouw en haar meerderjarige zoon ook veroordeeld tot een boete van 180 euro per persoon.
De Provinciale Rechtbank van Madrid heeft de veroordeling van een moeder en haar zoon, Esperanza en Carlos Manuel (fictieve namen), bevestigd voor de illegale bezetting van een pand dat eigendom is van TDA 27, Fondo de Titulización de Activos. Het vonnis verwerpt daarmee het beroep dat door de verdediging was ingesteld en bevestigt de straf van drie maanden boete voor elk van de veroordeelden, met een dagelijkse boete van twee euro, naast de onmiddellijke ontruiming van de woning.
De zaak begon medio 2024, toen de rechtbank van eerste aanleg nr. 9 van Madrid een onderzoek instelde naar de situatie van een pand in de hoofdstad dat volgens de aangifte zonder toestemming werd bewoond door Esperanza en haar zoon Carlos Manuel, die deel uitmaken van een gezin van vier broers en zussen, waarvan één met een handicap.
Er was geen geldig eigendomsbewijs

De eigenaar van de flat, een entiteit die behoort tot het securitisatiefonds TDA 27, beweerde dat beiden gewoonlijk in de woning woonden en duidelijk van plan waren om daar te blijven, ook al hadden ze geen enkel wettelijk eigendomsbewijs. De aangifte leidde tot een rechtszaak wegens een licht vergrijp, nummer 1063/2024, die in eerste aanleg werd behandeld en waarin werd vastgesteld dat de bewoners zich er volledig van bewust waren dat zij geen toestemming hadden om het pand te bewonen.
In december van datzelfde jaar velde de rechtbank een veroordeling waarbij beide beklaagden een boete van drie maanden kregen opgelegd, met een dagelijkse bijdrage van twee euro, en werd de onmiddellijke ontruiming van de woning bevolen. In de uitspraak werd benadrukt dat er niet alleen sprake was van onrechtmatige bewoning, maar dat er ook geen enkele aanwijzing was dat de beklaagden hadden gehandeld op basis van een geldig recht of een onjuiste toestemming. In het vonnis werd opgemerkt dat het verblijf in het pand, ondanks de waarschuwingen en het duidelijke ontbreken van een contract, de intentie bevestigde om andermans eigendom te bezetten.
Esperanza en Carlos Manuel gingen in beroep tegen de veroordeling en voerden aan dat er geen sprake was van criminele opzet, aangezien zij het pand had betreden na 600 euro te hebben betaald aan een persoon die beweerde de eigenaar te zijn, maar die vervolgens verdween zonder enig contract te overhandigen. De verdediging voerde bovendien aan dat zij nooit rechtstreeks door de eigenaar op de hoogte waren gesteld van de onrechtmatigheid van hun verblijf en dat zij pas formeel kennis hadden genomen van de aanklacht toen zij voor de rechter werden gedaagd.
De persoonlijke situatie van het gezin – een alleenstaande moeder met vier kinderen, waarvan één met een handicap, en in een precaire economische situatie – werd aangevoerd als een element waarmee de rechtbank rekening moest houden. Na het indienen van het beroep werd de zaak doorverwezen naar de Provinciale Rechtbank van Madrid.
Mogelijkheid van een tijdelijke opschorting

De rechter die belast was met de uitspraak concludeerde dat er geen enkele reden was om de oorspronkelijke uitspraak te wijzigen, waarin het lichte misdrijf van onrechtmatige bewoning bewezen werd verklaard en de onmiddellijke ontruiming van de woning werd gelast. Met deze beslissing heeft het Hof de geldigheid van de veroordeling bevestigd: drie maanden boete voor elke verdachte, vastgesteld op het wettelijke minimum vanwege hun economische situatie, samen met de teruggave van het bezit aan het fonds TDA 27.
Het vonnis stelt dat er geen gewoon beroep tegen de uitspraak mogelijk is, waardoor de gerechtelijke weg in deze instantie is afgesloten. De beslissing houdt in dat de akten moeten worden teruggestuurd naar de rechtbank van herkomst voor de tenuitvoerlegging van het vonnis, waarbij de uitzetting moet worden gecoördineerd, vooral als er minderjarigen in de woning aanwezig zijn.
Toch laat de uitspraak de mogelijkheid open dat de verdediging, reeds in de uitvoeringsfase, verzoekt om toepassing van de uitzonderlijke maatregelen waarin Koninklijk Besluit-Wet 1/2025 voorziet, waardoor de uitzetting tijdelijk kan worden opgeschort als het gezin aantoont dat het zich in een kwetsbare situatie bevindt overeenkomstig de geldende regelgeving.