Veel automobilisten vragen zich af of er een universele regel bestaat waarmee je snel kunt rijden met een minimaal brandstofverbruik. Hoewel er vaak tegenstrijdige meningen zijn, zijn automobielspecialisten het eens over één belangrijke waarde die de beste balans biedt tussen rijdynamiek en zuinigheid.
Hoe snel moet je rijden om zo min mogelijk brandstof te verbruiken? Deze vraag stellen veel automobilisten zich vaak, en van specialisten hoor je verschillende, en vaak tegenstrijdige meningen.
Bij welke snelheid verbruikt een auto het minste brandstof?
Sommigen beweren dat de optimale snelheid 90 km/u is, wat overeenkomt met de snelheidslimiet die buiten de bebouwde kom geldt, terwijl weer anderen beweren dat dit afhangt van het type aandrijving en dat bijvoorbeeld een auto met een dieselmotor het zuinigst is bij 100 km/u. Er is ook nog de “oude school”, die voorstaat rijden met een zo laag mogelijke snelheid in een zo hoog mogelijke versnelling. Ze hebben allemaal een beetje gelijk, maar houden vaak geen rekening met… de wetten van de fysica, omdat ze zich uitsluitend richten op de motor en zijn werking bij een optimaal toerental.
Volgens deskundigen — als er maar één waarde moet worden gegeven, zonder in technische details te treden en zonder veel “maar” of “dat hangt ervan af” te zeggen , is de meest efficiënte snelheid voor auto’s, ongeacht het type aandrijving, d.w.z. zowel voor auto’s met benzine- als dieselmotoren, voor de meeste moderne personenauto’s 75 km per uur.

Waar komt deze ogenschijnlijk “vreemde” en ongelijke waarde vandaan? Het antwoord ligt in de natuurkunde, en meer bepaald in de aerodynamica. Bij deze snelheid rijdt de auto al zo snel dat hij niet meer alleen “rolt”, maar de luchtweerstand nog niet sterk toeneemt, en juist de “strijd” tegen de luchtweerstand kost de motor het meeste vermogen en dus ook het meeste brandstof. Bovendien werkt de motor in de meeste moderne auto’s bij dergelijke snelheden onder optimale omstandigheden.
De luchtweerstand neemt toe met het kwadraat van de snelheid, en het vermogen dat nodig is om deze te overwinnen neemt toe met de derde macht. Een verschil van twintig kilometer per uur op de snelheidsmeter kan dus een aanzienlijke toename van het vermogen en dus ook van het brandstofverbruik betekenen.
Bestuurders die proberen soepel te rijden op wegen buiten de bebouwde kom, bijvoorbeeld op provinciale wegen tussen plaatsen, merken al snel dat dit soort rijden het brandstofverbruik snel verlaagt. Zelfs auto’s die normaal gesproken zes en een halve liter verbruiken, kunnen zonder problemen een liter minder verbruiken.
Wat zijn de belangrijkste regels voor zuinig rijden?
Maar alleen rijden met een snelheid van 75 km per uur is niet alles. Specialisten benadrukken dat soepel wegrijden en rustig accelereren het belangrijkst zijn voor zuinig rijden. Het opvoeren van de snelheid tot de beoogde snelheid moet twintig tot dertig seconden duren. Hierdoor komt de motor in het efficiënte toerentalbereik en kan de versnellingsbak (als we een automaat gebruiken) sneller naar een hogere versnelling schakelen. Het wordt ook aanbevolen om het gaspedaal eerder zachtjes maar constant in te drukken in plaats van plotseling en kort te accelereren, wat op gewone, “civiele” wegen vooral leidt tot een hoger brandstofverbruik. Daarom is het meest zuinige rijden niet alleen een “langzamer” tempo, maar vooral een rustige en doordachte dosering van energie, dat wil zeggen het geven van gas.
Experts wijzen er ook op dat een ander belangrijk element van zuinig rijden het constant controleren van het toerental van de motor is. Deskundigen adviseren om het toerental op ongeveer 1500 tpm te houden. Bij moderne motoren, of het nu ‘benzine’ of ‘diesel’ is, is deze waarde meestal optimaal voor een laag brandstofverbruik. Het is belangrijk om te onthouden dat 1500 tpm geen universele waarde is voor elke auto en elke situatie. Zuinig rijden vereist vaardigheid en consequentheid. Als de motor begint te trillen of te “zwaar” loopt, moet u het toerental aanpassen aan de huidige omstandigheden, wat in de meeste gevallen betekent dat u naar een lagere versnelling moet schakelen, zelfs als u niet sneller gaat rijden.
Sommige experts suggereren zelfs dat het bij auto’s met een automatische versnellingsbak de moeite waard is om over te schakelen naar de handmatige of sequentiële modus om te voorkomen dat de boordcomputer te lang in een lagere versnelling blijft. Bij automatische versnellingsbakken zorgt handmatige “interventie” in de versnellingskeuze ervoor dat het toerental lager blijft, wat zich vertaalt in een lager brandstofverbruik. Of het de moeite waard is om in te grijpen in de werking van de automatische versnellingsbak, moet u echter zelf uitproberen. In de meeste gevallen zal dit waarschijnlijk geen meetbare resultaten opleveren, omdat in de meeste moderne auto’s automatische versnellingsbakken al in de fabriek zijn geprogrammeerd om brandstof te besparen, vooral in de modi “Eco” of “Normal”, vooral wanneer het gaspedaal voorzichtig wordt ingedrukt.

Draagt veilig rijden bij aan een laag brandstofverbruik?
Deskundigen wijzen erop dat het streven naar een laag brandstofverbruik niet ten koste mag gaan van de veiligheid. Ze raden aan om vloeiend de optimale snelheid te bereiken, een constant toerental aan te houden en te anticiperen op situaties op de weg, zoals naderend remmen, hellingen of tegenwind. Hoe minder plotselinge snelheidsveranderingen, hoe lager het brandstofverbruik.
Economisch rijden is niet alleen een kwestie van cijfers, maar ook van het vermogen om te anticiperen en de rijstijl aan te passen aan de situatie op de weg. Zoals experts benadrukken, is het belangrijkste om rustig en vloeiend te blijven rijden, wat zich vertaalt in reële brandstofbesparingen en reiscomfort.